Schiphol: Europese nummer 1 in connectiviteit

Met 4.861 directe vluchten per week biedt Schiphol de grootste directe connectiviteit van alle Europese luchthavens. Dat blijkt uit het Connectivity Report 2017 van de ACI, de wereldwijde overkoepelende belangenorganisatie van luchthavenbedrijven.

Schiphol, dat Londen voorbij is gestreefd, dankt de koppositie door het toevoegen van meer frequenties en bestemmingen, waaronder Freetown, Katowice, San Jose, Graz, Cartagena en  Cagliari.
‘Met meer dan 320 bestemmingen die door 111 luchtvaartmaatschappijen worden aangevlogen, is het netwerk enorm, zeker voor een land als Nederland met een kleinere thuismarkt in vergelijking tot bijvoorbeeld Parijs’, zegt Jos Nijhuis, president en CEO van Royal Schiphol Group. ‘Van Genève tot Buenos Aires en van Londen tot Mumbai. Dat is goed voor de reiziger, want het uitgebreide en frequente netwerk van bestemmingen maakt het buitenland voor iedere Nederlander toegankelijk en andersom. Maar het is ook goed voor de concurrentiekracht en dus voor de economische groei van Nederland.’

Overstappen
Schiphol consolideert de tweede plek wereldwijd waar het gaat om ‘hub-connectiviteit’. Dankzij de airlines is Schiphol een van de best verbonden luchthavens ter wereld. Belangrijk voor het uitgebreide netwerk van Schiphol zijn de transferpassagiers die door KLM en Skyteam partners via de luchthaven worden getransfereerd naar hun eindbestemming. De ‘hub-kwaliteit’ van Schiphol – met een hoge capaciteit van het banenstelsel en het zogeheten one-terminal concept – is hiervoor essentieel. Hierdoor zijn eveneens verbindingen met korte overstaptijden mogelijk.

Succes
Ondanks dit succes moet Schiphol zich continu blijven ontwikkelen, stelt Nijhuis. Daarom zet de luchthaven vol in op een duurzame ontwikkeling en een goede bereikbaarheid van de Mainport Schiphol. Begin volgend jaar starten de bouwwerkzaamheden voor de nieuwe pier en niet veel later voor de nieuwe terminal. Daarnaast investeert Schiphol in innovaties als biometrie op de grens, smart assets en mobiliteitsservices.’